Ik heb een groot deel van m’n leven hard aan een inhaalslag gewerkt. Als klein-import-jochie kwam ik in Noord Oost Groningen niet tot m’n recht. Sterker, ik moest vaak rennen voor sociale veiligheid. Gedoe. Niet gek dat ik alles op alles heb gezet om uit te breken. Ik hoorde daar niet.
Als doorzetter was wenkend perspectief van studie en carrière voldoende om een andere omgeving aan te gaan en mij daar, al stapelend, te ontwikkelen. Op die weg werd ik gelukkig geïnspireerd en geholpen door een aantal mensen die ik eeuwig dankbaar blijf!
Niet alleen in m’n woonomgeving, ook in m’n werk heb ik een zoektocht naar de juiste omgeving gehad. Er waren lucratieve banen die voor mij toch niet klopten (en waarschijnlijk vice versa:). De salarissen en leaseauto’s gloorden, maar ik heb m’n verlies genomen. Een wending. Ik wilde ergens anders bij horen.
Dat een omgeving relevant is voor je ontwikkeling is geen nieuws. Over de mate waarin, verschillen de meningen. Schept de gelegenheid de dief of zoekt een goede dief de beste gelegenheid? Of een beetje van beiden? De eeuwige discussie over nature en nurture sla ik plat door beiden als 50/50% relevant te verklaren. De evidente interferentie dwingt tot een ex aequo(*1). Talent en context zijn onafscheidelijk. Hoe je omgaat met kans of pech bepaalt hoe je ontwikkelt.
Even een kort uitstapje naar organisaties. Ook daar ontstaat succes waar talent en context elkaar versterken; waar natuurlijke aanleg wordt gevoed door de juiste cultuur. Denk aan de verbinding tussen cabaretier en theaterpubliek, de samenwerking tussen topsporter ín zijn of haar team. Niet voor niets selecteren defensie-elite troepen op de combinatie van performance en trust. De werkomgeving doet ertoe. Maar ook: eenieder heeft daar invloed op en is daar verantwoordelijk voor! Tweerichtingsverkeer.
Ik heb, uiteindelijk, veel baat van mijn wat gehandicapte start. Een aantal littekens zijn omgezet in talenten (turn scars into stars). Zo heb ik een enorme intuïtie ontwikkeld voor intenties en competenties van mensen en voor onderlinge verhoudingen van teams. Iets dat ik m’n werk dagelijks goed van pas komt. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Niet alleen heb ik mijn omgeving moeten zoeken resp vormgeven tot ik daar was waar ik hoorde, ook heb ik introspectie op mijn DNA nodig gehad om meer mezelf te worden. Individu en omgeving zijn twee handen van één applaus, onderling verbonden, elkaar versterkend. Op beide heb je invloed, zonder dat ik beweer dat daarmee je wereld maakbaar is.
Als je wilt veranderen zijn er dus twee aangrijpingspunten: jezelf en je omgeving. Of beiden; leer omgaan met dingen die gebeuren. De portee: investeer in jezelf door introspectie op jezelf en te reflecteren op je omgeving.
Mijn achterstand inlopen koste mij wat tropenjaren, mijn kinderen hou ik daarom voor; “hoor jezelf goed, waar hoor je?” Werk aan jezelf en je omgeving. Én, als het echt niet meer klopt of deugt, ga door. Hopelijk werken zij straks zonder inhaalslag.
(*1) verschillende wetenschappers, waaronder neuropsycholoog Donald Hebb, bioloog Paul Ehrlich, gedragsgeneticus Eric Turkheimer en psycholoog Calvin Hall, bestempelen het nature-nurture debat als zinloos. In de woorden van Hebb “welke factor draagt meer bij aan de oppervlakte van een rechthoek: de lengte of de breedte?” Het is een verkeerde vraag; beide zijn essentieel en onlosmakelijk verweven.