Voorbij het ‘hokje’!
De meeste leiders zijn leider geworden omdat ze goed voor zichzelf konden zorgen. Autonomie, als reactie op oude kwetsuren. Pas daarna ontstond bij hen leiderschap voor anderen. Dat vraagt iets wezenlijks anders, zeker in een tijd waarin technologie onze illusie van maakbaarheid versterkt, globalisering grenzen vervaagt en welzijn ons verderindividualiseert. De kloof tussen mensen groeit. We zijn 24/7verbonden, maar zelden écht nabij. Eenzaamheid is een epidemie aan het worden. En depressie een volksziekte.
Ware verbondenheid, de menselijke behoefte aan erkenning enbetekenis, wortelt niet in technologie maar in aandacht en aanwezigheid. Leiders spreken trots over de onderlinge verbinding en samenwerking van hun successen. Toch blijktverbinding in de praktijk erg lastig, om te beginnen bij de meeste leiders zelf.
Verbinden is niet dichter bij de ander komen, maar in contact met de ander dicht(er)bij jezelf blijven. Ook als dat je iets kost. Als je een stukje belang, bezit, controle of overtuiging inlevert. Samenwerken is wederkerig, ook liefde komt immers niet duurzaam van één kant. Goede leiders realiseren (zich)dat en bouwen aan vertrouwen van binnenuit.
Daar is vaak wel een ontwikkeltraject voor nodig. Want de meeste leiders zijn begonnen vanuit een vroege pijn of trauma. Behoefte aan erkenning, autonomie, grip of bewijsdrang zijn vaak diepe, stille drijfveren. Eerst is er de zorg voor zichzelf, om ‘het’ niet nog een keer mee te hoeven maken. Niets menselijks is leiders vreemd, met extreme voorbeelden op het wereldtoneel. Slechts een minderheid verbindt vanuit een oprechte, dienstbare missie. Die voorbeelden kent iedereen.
Psychiater Hans van Wechem signaleert de eenzaamheidsepidemie in de praktijk en verklaart het door onze eenzijdige ‘belang–stelling’. Wij stellen belang in wat we denken, niet in wie we zijn. Symptomen van het verschil tussen die twee, stress-angst-leegte, onderdrukken we met pijnstillers, alcohol, drugs of andere verslavingen. Dopamineom de pijn maar niet te voelen, symptoombestrijding. We lijden aan het verzet tegen de pijn. Terwijl die pijn ons juist waarschuwt om de oorzaak aan te pakken.
Ons denken levert veel op. Ordening zorgt voor taal, innovatie, welvaart. Maar ook voor ‘hokjes’, met –interpersoonlijk– vervelende bijwerkingen zoals indelen, verdelen, oordelen en uitsluiten. ‘Hokjes’ als harnas houdensamenwerking tegen. Hokjesgeest is ons onvermogen te verbinden. Met onszelf en met anderen.
We kunnen niet zonder logica maar de vraag is of wij het ‘hokje’ nog hebben of heeft het ‘hokje’ inmiddels ons? Een spannende vraag, meer en meer relevant in een verdeelde wereld waarin bondgenoten ook vijanden blijken te kunnen zijn. Hokjes met dubbele gezichten. Juist nu zijn leiders nodig die kunnen verbinden, ook als er door krimp minder te verdelen is. Leiders die durven loslaten, vrij zijn van oude kwetsuren. Reflectief. Die in transformatie een kwetsbaar voorbeeld zijn; voorbij het ‘hokje’.
Voorbij het ‘hokje’ ligt geen chaos, maar diepere verbondenheid. In organisaties zijn het meestal niet de abstracte strategieën die raken, maar geven kwetsbare gesprekken en gedeelde gebeurtenissen betekenis. Verbinden vanuit echt contact in plaats van leiden in hokjesgeest.