‘Schoenlepel’

 

Ik kreeg onlangs een grote loftrompet over me heen gestort omdat ik, naar hun zeggen, een team goed (be-)geleid had. Ik doe het doorgaans best goed op complimenten :), en deze keer extra omdat ik de lauwering niet zag aankomen. Mijn attitude van mensen helpen om samen ons doel te bereiken is voor mij best vanzelfsprekend. Waarom er dan toch nu een column mee openen? Toch een stukje ego? Ik mag het niet uitsluiten, maar toch denk ik er, zonder mezelf tot voorbeeld te willen verheffen, vooral een les mee te kunnen illustreren.

Wat ik terug kreeg: “je bent gepassioneerd over ons gezamenlijke doel, laat ons meedenken en geeft richting, laat los en maakt ruimte voor executie en ontwikkeling, maar doet wel mee en je bent er altijd als we je nodig hebben”. Dat is nogal wat. In essentie kan ik het plaatsen. Ik denk dat het me zo trof omdat ik best veel bezig ben met leiderschap van anderen, individueel en collectief, maar nooit heb gedacht aan een praktijkvoorbeeld zo dichtbij.

Wat kunnen we er misschien van leren? Welnu, ik lees veel over hoe leiders een groep mensen kunnen brengen naar een doel of plek die ze niet (willen) weten. En eerlijk gezegd komt dat aardig m’n neus uit. Weer een nieuwe definitie van leiderschap of een volgende tienpuntenlijst van waar goede, inclusieve, besluitvaardige, eerlijke, open, intuïtieve, communicatieve, luisterende, …, dienende leiders met goed voorbeeldgedrag aan moeten voldoen :).

Het is allemaal waar! En tegelijk zijn het (dus) nutteloze clichélijstjes. Niet alleen is passend leiderschap enorm context bepaald, ook zijn er eenvoudigweg teveel elementen waardoor definities niet eenvoudig zijn. Het is net als bij andere meeromvattende begrippen als bijvoorbeeld ‘liefde’, als je het begint te beschrijven ben je verloren.

Ik denk dat we beter kunnen stoppen een meta- en multidimensionaal begrip als leiderschap te rationaliseren. We mogen blijven nadenken, maar het beoordelen of iemand een goede leider -voor jou- is, is een heel kleine, particuliere en impliciete afweging. Of je iemand als leider ‘neemt’ is vooral een kwestie van ervaren aantrekkingskracht, zowel op ratio als op emotie en intentie.

Kom ik met, voor en door die persoon in beweging. Met ‘stok en wortel’. En wat ervaar ik vervolgens aan waarde(n). Leren we, kan ik mezelf zijn, krijg ik duidelijkheid, wordt er voor me gezorgd, word ik aan m’n uit- en afspraken gehouden? Uit een serie waarnemingen ontstaat antwoord op dat soort impliciete vragen. En zo proeft men ook de ware aard. Is het voor ons of doet hij/zij het vooral voor zichzelf. Is er kwetsbare (zelf)reflectie of wint het ego?

Ik heb, dankzij de loftrompet, voor al dit mega ongrijpbare geen definitie maar een symbool gevonden. De schoenlepel; her en der een zetje, werken aan condities, beweging mogelijk maken, zodat iemand zelf instapt en, geschoeid met de juiste middelen, stappen richting het doel kan maken? En let wel, een schoenlepel heeft geen ego.

Dit is geen nieuwe definitie van leiderschap. Er komt geen boek, noch een tienpuntenlijstje. Het enige dat iedereen zich wat mij betreft af mag vragen; is mijn leider voor mij als een schoenlepel?